Contact

  • Astrid: +31 (0)6 14 575 666
  • Etienne: +31 (0)6 22 228 141
  • E: info@abfiscaaladvies.nl
  • W: www.abfiscaaladvies.nl

Adres

  • Geusseltweg 27c
  • 6225 XS
  • Maastricht

Contact Adres

Nieuws januari 2021

jan 27, 2021
|
Ingezonden door: super
|
Categorie: Actualiteiten

Partijbedoeling speelt geen rol bij beoordeling arbeidsrelatie - De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek vanaf 2021 - Nieuwe rekenhulp voor btw en auto

 

Partijbedoeling speelt geen rol bij beoordeling arbeidsrelatie

De Hoge Raad heeft in een civiele procedure geoordeeld dat voor de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst, de bedoeling van partijen geen rol speelt. Voor de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst, gaat het erom of de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst.

 

Wat betekent dit voor u?

De uitspraak van de Hoge Raad is van groot belang, niet alleen voor civiele procedures over de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst, maar ook voor de beoordeling van deze vraag voor de loonbelasting.

Tot nu toe kende vooral de civiele rechter belang toe aan de vraag of partijen de bedoeling hadden om wel of geen arbeidsovereenkomst te willen sluiten. Dit was vaste rechtspraak sinds het arrest Groen/Schoevers uit 1997. De Hoge Raad oordeelt nu in onderhavige kwestie dat niet van belang is of partijen ook daadwerkelijk de bedoeling hadden de overeenkomst onder de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst te laten vallen. Waar het om gaat, is of de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst.

Deze staat vermeld in artikel 7:610 BW: de arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.

De Hoge Raad vervolgt dat eerst op basis van de zogenaamde Haviltex maatstaf moet worden vastgesteld welke rechten en plichten partijen zijn overeengekomen (uitleg). Na deze vaststelling moet dan beoordeeld worden of die overeenkomst de kenmerken heeft van een arbeidsovereenkomst (kwalificatie). 

Dit uitgangspunt zal ook doorwerken in het belastingrecht. Ook daar zullen de Belastingdienst en rechter niet (meer) meewegen of het de bedoeling was van partijen om wel of niet een arbeidsovereenkomst te sluiten. Het komt echt aan op de overeengekomen rechten en verplichtingen.

 

Arbeidsrelatie van zzp’ers

Opdrachtgevers van zzp’ers dienen rekening te houden met de Hoge Raad uitspraak. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt dat het om de feitelijke afspraken binnen de samenwerking gaat, en niet om de door partijen gewenste kwalificatie. 

Om de regels voor het inhuren van zelfstandigen te verduidelijken, heeft het kabinet de Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie laten ontwikkelen. De webmodule is een onlinevragenlijst, bedoeld voor opdrachtgevers, die duidelijkheid kan geven over de vraag of een opdracht buiten dienstbetrekking mag worden uitgevoerd.

De webmodule is nog in ontwikkeling, maar al wel als pilot beschikbaar sinds 11 januari 2021. Deze pilot duurt in ieder geval 6 maanden.

 

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek vanaf 2021

Met de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek beoogde de wetgever investeren door ondernemers in het midden- en kleinbedrijf te stimuleren. Sinds 2021 is de regeling voor de samentelbepaling aangepast en voor ondernemers met meer ondernemingen is een verduidelijking gekomen van de berekeningswijze.

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) geldt voor alle ondernemers en medegerechtigden. De hoogte van de faciliteit is afhankelijk van de omvang van de investeringen. De ondernemer moet kiezen of hij de KIA wil toepassen of niet. Er geldt voor 2021 een minimumbedrag aan investeringen van € 2.400 en een maximumbedrag van € 328.721. Een bedrijfsmiddel van minder dan € 450 telt niet mee als investering voor de KIA. Bij een investering van € 2.400 tot € 59.170 is de KIA 28%. Vanaf € 59.170 tot € 109.574 heeft een ondernemer het maximale bedrag aan KIA bereikt, te weten € 16.568. Bij een investering boven de € 109.574 bedraagt de aftrek € 16.568 verminderd met 7,56% van het investeringsbedrag boven de € 109.574.

 

Uitgesloten investeringen

Bepaalde investeringen zijn uitgesloten. Dat zijn bijvoorbeeld investeringen in bedrijfsmiddelen van € 2.400 of minder. Investering in een bedrijfsmiddel met een waarde beneden de € 450 telt evenmin mee. Ook voor investeringen die de ondernemer gebruikt voor het bosbedrijf, investeringen van een onderneming waarvoor een tegemoetkoming vanwege dubbele belasting van toepassing is, krijgt de ondernemer geen KIA voor. Voor woonhuizen en personenauto’s krijgt een ondernemer in beginsel evenmin investeringsaftrek. Daarnaast zijn ook investeringen van bepaalde personen uitgesloten van de KIA. Denk daarbij aan investeringen van de belastingplichtige zelf en personen die tot zijn huishouden behoren of van bloed- of aanverwanten in de rechte lijn. Ook deelgerechtigden tot een nalatenschap waartoe het bedrijfsmiddel behoort kunnen daarvoor geen KIA toepassen. Het is mogelijk om ontheffing te vragen voor investeringen van bijvoorbeeld de belastingplichtige zelf of bloed- en aanverwanten. Dan krijgt de ondernemer voor die investeringen wel KIA.

 

Desinvesteren

Als een ondernemer binnen vijf jaar vanaf het begin van het jaar waarin de investering heeft plaatsgevonden het bedrijfsmiddel vervreemdt voor meer dan € 2.400 moet de ondernemer desinvesteringsbijtelling toepassen. De KIA wordt dan deels teruggenomen. Bij een vervreemding vijf jaar na het begin van het jaar waarin is geïnvesteerd in het bedrijfsmiddel, is geen desinvesteringsbijtelling meer van toepassing.

Voorbeeld

Een ondernemer investeert in 2021 voor € 250.000. Daarvan heeft € 100.000 betrekking op grond. Hoeveel KIA kan de ondernemer in 2021 krijgen? Stel dat de ondernemer in 2024 het bedrijfsmiddel exclusief grond aan een derde vervreemdt voor € 75.000, wat zijn dan de gevolgen?

De totale investering bedraagt € 250.000, daarvan is uitgesloten € 100.000. Dat betekent dat nog € 150.000 overblijft waarvoor in 2021 de KIA geldt. Bij een investeringsbedrag van € 150.000 hoort een KIA van € 13.512 (€ 16.568 –(€ 150.000 – € 109.574)*7,56%). Het gemiddelde van de KIA in 2021 bedraagt 9%. Bij vervreemding van het bedrijfsmiddel in 2024 is een desinvesteringsbijtelling verschuldigd. De desinvestering vindt plaats binnen vijf jaar na het begin van het kalenderjaar waarin is geïnvesteerd. De desinvesteringsbijtelling is € 6.750 (9% van € 75.000).

 

Investeringen van een samenwerkingsverband

Als een onderneming van de belastingplichtige deel uitmaakt van een samenwerkingsverband met andere ondernemers moeten zij hun investeringen samentellen. In de praktijk leidde deze bepaling tot onduidelijkheid.

 

Hoge Raad 24 mei 2019

In het arrest van 24 mei 2019 was sprake van een dierenarts die met vijf anderen deel uitmaakte van een maatschap. De maatschap investeerde in 2013 voor € 40.517 in bedrijfsmiddelen. De dierenarts investeerde daarnaast in buitenvennootschappelijk vermogen voor een bedrag van € 56.515. De inspecteur wilde als KIA toekennen € 10.087 (€ 15.470 x (⅙ x € 40.517 + € 56.515)/€ 97.032). De Hoge Raad oordeelde echter dat de dierenarts recht had op het maximumbedrag van de KIA van € 15.470. Dit werd bepaald aan de hand van de totale investering van het samenwerkingsverband te nemen en de buitenvennootschappelijke investering. Bij een bedrag van € 97.032 hoort het maximum. De wetgever vond de uitkomst waartoe de Hoge Raad kwam niet bevredigend. Daarom is met Prinsjesdag 2020 een verduidelijking voorgesteld.

 

Verduidelijken KIA met buitenvennootschappelijk vermogen

Het volgende voorbeeld is ontleend aan de Memorie van toelichting. Een firmant is gerechtigd tot 50% van de winst van een firma. De vof heeft voor € 40.000 geïnvesteerd, daarnaast heeft de firmant € 60.000 geïnvesteerd in buitenvennootschappelijk vermogen. Alle investeringen kwalificeren voor de KIA. Volgens de samentelbepaling komt een bedrag van € 100.000 voor KIA in aanmerking. Dit levert het maximumbedrag aan KIA op van € 16.568. De firmant heeft volgens de Hoge Raad in deze situatie recht op toepassing van € 16.568.

Op basis van de regeling per 1 januari 2021 bestaat voor de firmant recht op een KIA van € 13.255. Dit is het resultaat van € 16.568 x (½ x € 40.000 + € 60.000)/€ 100.000. Zo wordt de KIA berekend overeenkomstig de methode die de inspecteur in het arrest van de Hoge Raad van 24 mei 2019 toepaste.

 

Verduidelijken KIA bij ondernemer met meer ondernemingen

De wetgever maakt van de gelegenheid ook gebruik om te verduidelijken dat een ondernemer met meerdere ondernemingen, per onderneming de KIA moet bepalen en niet voor het totaal van de ondernemingen. Onderstaand voorbeeld is ontleend aan de Memorie van toelichting en gebaseerd op de cijfers 2021. Een ondernemer heeft twee ondernemingen, te weten een bakkerij en een fietsenhandel. In de ene onderneming investeert hij voor € 30.000 en in de andere onderneming voor € 50.000. Beide investeringen kwalificeren voor de KIA. Volgens de Hoge Raad zou bij dit investeringsbedrag een KIA horen van € 16.568. Volgens de nieuwe regeling bedraagt voor de ondernemer de totale KIA € 22.400. Bij een investeringsbedrag van € 30.000 hoort een KIA van € 8.400 en bij een investering van € 50.000 een KIA van € 14.000.

 

Nieuwe rekenhulp voor btw en auto

De Belastingdienst heeft een nieuwe rekenhulp gepubliceerd voor btw en de auto.

Met de ‘Rekentool btw en de auto’ kan een ondernemer eenvoudig en snel bepalen of hij btw voor een auto moet berekenen en hoeveel. De rekenhulp is te gebruiken als sprake is van privégebruik van een auto van de zaak of bij zakelijk gebruik van een privéauto.

Bereken de btw apart bij meerdere auto’s. De rekenhulp is ook te gebruiken zonder kilometeradministratie of bij een leaseauto. Bij gebruik van de auto voor vrijgestelde omzet moet het antwoord van de rekenhulp met de breuk belaste omzet/totale omzet vermenigvuldigd worden. Dit gebeurt niet automatisch.

Meer informatie over dit onderwerp staat op belastingdienst.nl bij Privégebruik auto van de zaak en Zakelijk gebruik van de privéauto. De rekenhulp is niet voor alle situaties te gebruiken. In die situaties maar ook bij vragen zijn we u graag behulpzaam.

 

Geplaatst op 27 januari 2021