Nieuws augustus 2018
Let op dat een belastingvrije uitkering uit een Kapitaalverzekering Eigen Woning niet in de heffing valt - Reactie staatssecretaris Snel op gesignaleerd knelpunt bij de Oudedagsverplichting (ODV)
Let op dat een belastingvrije uitkering uit een Kapitaalverzekering Eigen Woning niet in de heffing valt
Veel mensen hebben een zogenaamde Kapitaalverzekering Eigen Woning (hierna KEW) afgesloten. De uitkering uit een KEW, maar ook die van een Spaarrekening Eigen Woning (SEW) en Beleggingsrekening Eigen Woning (BEW), zijn alleen vrijgesteld als deze uitkering wordt gebruikt voor aflossing van een eigenwoningschuld (of een restschuld).
Aanvankelijk stelde de Belastingdienst zich coulant op en heeft in een aantal gevallen toegestaan dat een verbouwing rechtstreeks met de uitkering van een KEW, SEW of BEW werd gefinancierd. Deze coulante benadering is inmiddels losgelaten. Dit blijkt uit de op 3 juli 2018 door de Belastingdienst gepubliceerde ‘vragen en antwoorden over gewijzigd fiscaal beleid en wetgeving met betrekking tot de KEW, SEW, BEW en BHW-kapitaalverzekering per 1 januari 2013, 1 januari 2017, 1 april 2017 en 1 januari 2018’.
In V&A 11 geeft de Belastingdienst antwoord op de vraag of de uitkeringsvrijstelling van toepassing is als een belastingplichtige met de uitkering uit een KEW niet zijn eigenwoningschuld zoveel als mogelijk aflost maar gebruikt voor de financiering van de kosten van aankoop, verbetering of onderhoud van een eigen woning.
Het antwoord laat aan duidelijkheid niets te wensen over: “Er geldt in die situatie geen vrijstelling. Een voorwaarde voor de uitkeringsvrijstelling is dat een belastingplichtige de uitkering alleen gebruikt om de eigenwoningschuld af te lossen. Als de belastingplichtige de uitkering uit een KEW gebruikt voor het betalen van de kosten van aankoop, verbetering of onderhoud van een eigen woning, wordt niet aan deze voorwaarde voldaan”.
Oplossing
Om belastingheffing te voorkomen en de uitkering toch te kunnen gebruiken voor aankoop, verbetering of onderhoud van de eigen woning kunt u een lening aangaan voor het betalen van deze kosten en deze lening vervolgens aflossen met de uitkering uit de KEW, SEW of BEW.
Reactie staatssecretaris Snel op gesignaleerd knelpunt bij de Oudedagsverplichting (ODV)
In de Wet op de Loonbelasting 1964 is geregeld dat ingeval de gerechtigde tot een ODV overlijdt voordat de waarde volledig is uitgekeerd, de resterende waarde van de aanspraak in termijnen moet worden uitgekeerd aan de erfgenamen. Dit kan in de praktijk tot een knelpunt leiden, omdat de rechthebbende niet altijd de erfgenaam is.
De staatssecretaris van Financiën geeft in zijn reactie aan de Tweede Kamer aan dat hij geen aanleiding ziet voor een aanpassing van de huidige regeling. Hij voert aan dat het onder de huidige regeling mogelijk is om te regelen dat de uitkeringen uit een ODV-aanspraak na overlijden van de directeur-grootaandeelhouder (DGA) overgaan op de langstlevende partner. Als de wettelijke verdeling van toepassing is hoeft er niets aanvullends geregeld te worden. Is er een testament, dan kan de overgang van de uitkeringen in het testament geregeld worden.
Belang voor de praktijk
Bij overlijden van een dga moet de resterende waarde van de ODV in termijnen worden uitgekeerd aan zijn erfgenamen. Deze eis kan vooral bij DGA’s met een vruchtgebruiktestament problemen opleveren. In een vruchtgebruiktestament zijn veelal kinderen tot erfgenamen benoemd en krijgt de langstlevende partner het vruchtgebruik van de nalatenschap gelegateerd. De langstlevende partner is geen erfgenaam maar ontvangt wel de termijnen. Hierdoor wordt de aanspraak voor de heffing van loonbelasting onzuiver. Met als gevolg belastingheffing over de waarde in het economische verkeer van de aanspraak en revisierente.
Staatssecretaris Snel biedt geen oplossing voor de gesignaleerde problemen. Hij geeft aan dat het bij de vormgeving van de ODV als alternatief voor de handhaving van het pensioen in eigen beheer niet de bedoeling was te voorzien in een zelfstandige nabestaandenvoorziening voor een partner of eventuele andere derden die geen erfgenamen zijn.
Om nadelige fiscale gevolgen bij overlijden te voorkomen rest een DGA met een vruchtgebruiktestament en een ODV niets anders dan een aanpassing van het testament.
Geplaatst op 29 augustus 2018