Nieuws november 2019

nov 19, 2019
|
Ingezonden door: super
|
Categorie: Actualiteiten

Borgstelling zonder schriftelijke afspraken is onzakelijk: inspecteur corrigeert afwaardering terecht -  Verwerk nieuw btw-id eenmanszaak - Geen dienstbetrekking als arbeidskracht taak mag weigeren

Borgstelling zonder schriftelijke afspraken is onzakelijk: inspecteur corrigeert afwaardering terecht

 Wat was het geval? Belanghebbende, de heer X, houdt de aandelen in B bv. In 2009 koopt B bv de aandelen C bv van een aantal autodealers. C bv oefent een autoschadebedrijf uit. Bij de koop wordt overeengekomen dat de autodealers al hun autoschadegevallen gedurende vijf jaren door C bv zullen laten herstellen. In het kader van de financiering door de bank verbindt X zich als borg voor maximaal € 100.000. Door de crisis komen de autodealers hun afspraken niet na, en vallen de resultaten van de bv’s tegen. In 2011 - 2012 verkoopt B bv de aandelen C bv voor € 2 en wordt X als borg aangesproken. X waardeert zijn regresvordering van € 100.000 op B bv af als terbeschikkingstellingsverlies ten laste van zijn belastbaar inkomen uit werk en woning. Volgens de inspecteur is de borgstelling echter onzakelijk.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X de regresvordering op zijn bv niet ten laste van zijn belastbaar inkomen uit werk en woning kan brengen. De rechtbank acht daarbij van belang dat geen enkele afspraak tussen X en de bv’s op papier is gezet. Volgens de rechtbank is dat gebeurd omdat X, als directeur/groot-aandeelhouder (hierna: dga), op de hoogte is van het reilen en zeilen van de bv’s en het handelen van de bv’s volledig in eigen hand heeft. Verder is van belang dat X geen zekerheid heeft over het einde van de borgstelling en dat de lening is achtergesteld. Volgens de rechtbank zou een niet-gelieerde derde niet een dergelijke verbintenis aangaan. De borgstelling is vanuit aandeelhoudersmotieven aangegaan. Dat de vooruitzichten en verwachte rendementen ten tijde van het aangaan van de borgstellingsovereenkomst zo gunstig waren dat er geen sprake was van een (verhoogd) risico voor de dga of de bank, is niet van belang. Het gelijk is aan de inspecteur.

Belang voor de praktijk: Handel als dga zakelijk met de eigen BV zo voorkomt u problemen met de belastingdienst.

 

Verwerk nieuw btw-id eenmanszaak

De Belastingdienst heeft onlangs nieuwe btw-identificatienummers aan alle eenmanszaken verstrekt. De toekenning van dit nieuwe nummer noopt wel tot aanpassingen in de communicatiemiddelen. In dit nieuwe btw-id is het Burgerservicenummer (BSN) niet verwerkt. Vanaf 1 januari 2020 moet u als btw-ondernemer dit nieuwe btw-id gebruiken voor uw zakelijke contacten, zowel binnen als buiten de EU. Pas daarom uw factuurpapier, factuursjabloon, internetsite(s), briefpapier, overige digitale sjablonen en andere communicatiemiddelen tijdig aan. En licht uw belastingadviseur, vaste leveranciers en zakelijke klanten in. Het is overigens van belang dat u het nieuwe btw-id niet eerder gebruikt dan 1 januari 2020! Verder blijft u uw bestaande omzetbelastingnummer gebruiken voor contact met de Belastingdienst.

 

 

Geen dienstbetrekking als arbeidskracht taak mag weigeren

Verricht iemand werkzaamheden voor een bedrijf, maar mag hij opdrachten weigeren als hij het druk genoeg heeft met de werkzaamheden voor zijn eenmanszaak? En moet hij verrichte werkzaamheden juist voor eigen rekening overdoen als hij ze de eerste keer niet goed genoeg uitvoert? Dan is volgens Hof Amsterdam fiscaal gezien geen sprake van een dienstbetrekking. Wat was het geval?

 

Een B.V. hield zich bezig met het inrichten van winkels. Zij huurde regelmatig de eigenaar van een eenmanszaak in om zeefdrukwerkzaamheden uit te voeren. De eigen zeefdrukker van de B.V. was namelijk door ziekte uitgevallen. Tussen de Belastingdienst en de B.V. ontstond een geschil over de vraag of de ingehuurde zeefdrukker een opdrachtnemer of een werknemer van de B.V. was. Bepaalde omstandigheden wijzen op een dienstbetrekking. Zo blijkt de ondernemer in de praktijk steeds de arbeid persoonlijk te hebben verricht. Daarnaast was de B.V. bevoegd om instructies te geven. Maar de volgende omstandigheden maken aannemelijk dat geen sprake is van een dienstbetrekking:

  • Het is duidelijk dat de ingehuurde zeefdrukker niet de wil had om in dienstbetrekking te treden bij de B.V.
  • De man had een grote vrijheid in de manier waarop hij de zeefdrukwerkzaamheden moest uitvoeren. Het ging de B.V. vooral om het resultaat.
  • Als het resultaat niet goed was, moest de ingehuurde zeefdrukker zijn opdracht in zijn eigen tijd opnieuw doen zonder daarvoor betaald te krijgen.
  • De ondernemer mocht de werkzaamheden weigeren als hij het te druk had met zijn eigen ondernemersactiviteiten. Dit was ook daadwerkelijk een paar keer voorgekomen.
  • Op grond van de gemaakte afspraken mocht de ondernemer zich laten vervangen.

Het hof oordeelt dat gezien de omstandigheden niet is voldaan aan alle voorwaarden voor de aanwezigheid van een dienstbetrekking.

 

Belang voor de praktijk: Leg u niet zonder slag of stoot neer bij de conclusie van de belastingdienst dat er sprake is van een dienstverband. Vele aspecten kleuren de situatie en het is maar net hoe de feiten zijn of er sprake is van een dienstverband … of niet.

 

 

Geplaatst op 19 november 2019